Ons rechtssysteem kan beter…

Dodelijke verkeersongeval door schuld automobilist,  rijbewijs terug na fatale aanrijding onder invloed ? Hoe kan dat ? Er wordt te licht gestraft !

Iedere keer als er zich zo’n schrijnend geval voordoet, lezen we in de pers dat de rechterlijke macht te licht straft en te weinig oog heeft voor de behoefte van de slachtoffers aan genoegdoening/vergelding.

Oordelen die rechters nu echt zo slecht? Zijn ze het contact met de maatschappij, ons dus, die hen de macht heeft gegeven om zaken te beoordelen en straffen op te leggen, kwijt? Weten ze wel welke behoefte er leeft, hoe onveilig we ons voelen, hoe zeer de “geschokte rechtsorde’, wij dus, behoefte hebben aan strengere straffen, die de dader in kwestie, en potentiële daders in het algemeen, aan het denken moet zetten, zodat ze zoiets niet nogmaals in hun hoofd halen? En genoegdoening schenkt aan het slachtoffer en zijn omgeving?

Rechters zijn in de eerste plaats mensen. En die maken soms fouten en slaan de plank mis. Om die fouten te corrigeren, is het hoger beroep gecreëerd. In een strafzaak kan de verdachte of het Openbaar Ministerie en in een civiele zaak: de partij, die niet tevreden is met het oordeel, in hoger beroep de zaak opnieuw aan een hogere rechter voorleggen. Daarna houdt het (in principe) wel op. Alleen in uitzonderingssituaties komt de hoogste rechter, de Hoge Raad eraan te pas en kan herziening worden gevraagd.

Dat het een keer ophoudt, is goed. We kunnen niet eindeloos blijven doorgaan. Het systeem, dat we – met zijn allen – gekozen hebben en in de wet is verankerd, om de waarheid boven tafel te krijgen en alle belangrijke feiten te laten beoordelen door een geschoolde, ervaren professionele beoordelaar, de rechter, is niet perfect. Het is – in tegendeel – zeer beperkt.

Na 33 jaar advocatuur zeg ik:

1. de waarheid i.d.z.v. wat er precies is gebeurd, komt zelden aan het licht.
Advocaten, justitie en de rechter moeten het doen met wat hen voorgelegd wordt en dat is maar zelden objectief vastgesteld feitenmateriaal. Meestal betreft het (subjectief) gekleurde informatie van betrokken personen, die verklaren wat zij willen en kunnen op basis van hun beperkte waarneming en interpretatie daarvan.

2. zelden is iedereen tevreden met het resultaat van een procedure.
De rechter oordeelt op basis van wat hem/haar is voorgelegd en hakt een knoop door. De verliezende partij in het civiele proces en de verdachte in het strafproces, die in het ongelijk is gesteld of veroordeeld tot een straf, is zelden tevreden. Zo ook het slachtoffer, dat – eindelijk – in ons strafproces een (beperkte) rol heeft gekregen.

3. over het algemeen zit de rechter er niet erg ver naast.
Nadat alle betrokken partijen hun zegje hebben gedaan en de rechter de bij hem/haar opgekomen vragen beantwoord heeft gekregen, rolt er doorgaans een redelijk goed gemotiveerd oordeel uit, waarmee de partijen het kunnen en moeten doen. Over het algemeen doen rechters moeite hun beslissing begrijpelijk te motiveren, hoewel het daar vaak aan schort.

4. Het kan beter.

Kunnen we iets van andere rechtssystemen leren en overnemen ?
In de belangstelling staat recent weer het Amerikaanse rechtssysteem, dat juryrechtspraak kent. Met leken, die recht spreken. Zijn zij – beter dan professionele beoordelaars, zoals rechters – in staat te beoordelen wat juist en rechtvaardig is, wat hun medeburgers aanspreekt (en gerust stelt oftewel: bevredigt) qua strengheid en gepastheid van een straf in het strafproces of schadevergoeding in het civiele proces ? Ik ben ervan overtuigd van niet.

a. niet wat betreft waarheidsvinding, en
b. niet wat betreft de bepaling van de passende straf of schadevergoeding.

Omdat een leek veel gemakkelijker dan een professionele beoordelaar/rechter is te beïnvloeden en (daardoor) te manipuleren en niet in staat is om een visie te ontwikkelen op hoe consistent in vergelijkbare gevallen moet worden geoordeeld.

Klagen we terecht?
Alvorens met de wolven mee te huilen hoe slecht het gesteld is met ons systeem moeten we eens de moeite nemen de sterke en zwakke kanten onder ogen te zien en het vergelijken met dat van anderen op de grote wereld. Naar statistieken kijken dus (voor wat ze waard zijn).

Bijvoorbeeld naar statistieken van aantallen van opgeloste misdrijven, strafrechtelijke veroordelingen, zwaarte van straffen, terugval van daders (recidive), gevoel van (on)veiligheid, (on)rechtvaardigheid, schending van fundamentele rechten, geluk ervaring etc. Dan zie je dat Nederland het relatief goed doet ten opzichte van andere landen! Raraa hoe kan dat?

Degenen, die gelijk willen hebben met hun geklaag over “het systeem”, te zachte bestraffing, teveel tolerantie en teveel dit en te weinig dat, zullen altijd een antwoord klaar hebben. In hun ogen zijn wij te goedgelovig, te vergevingsgezind, te gastvrij, te … etc. De statistieken zijn gefingeerd, niet op de juiste uitgangspunten gebaseerd etc. Allemaal leugens van de gevestigde orde om ons dom en rustig te houden. Zij weten beter, maar onderbouwen met hard – wetenschappelijk – bewijs, kunnen ze hun verhaal niet. Maar hun gehuil klinkt wel zo lekker en het valt zo vaak in goede aarde bij hen, die slachtoffer geworden zijn of zich zo voelen.

Betekent dit dat ik de rechter in de bovenaan dit stuk vermelde gevallen kan volgen? Zijn oordeel goedkeur?
Nee! Ik kan mij goed voorstellen dat het betrokken slachtoffer vind dat de dader er te gemakkelijk van afkomt, zijn behoefte aan vergelding of genoegdoening niet is bevredigd.

Maar ik kan het ook niet afkeuren.

In de eerste plaats weet ik te weinig over wat er precies kon worden vastgesteld aan feiten, welke relevante feiten er verder op tafel zijn gekomen, die van belang zijn voor de bepaling van wat passend is als straf. In de tweede plaats, denk ik dat de behoefte van het slachtoffer aan vergelding niet de maatstaf voor de zwaarte van de straf mag zijn. Als we dat doen, hebben we – in no time – de guillotine terug. Willen we niet, vinden we onmenselijk.

Dus?
Laat de beoordeling toch maar in handen van iemand, die we kunnen toevertrouwen dat hij/zij – op basis van regels, die voor iedereen gelden, de wet dus – zorgvuldig en deskundig beoordeelt en tenslotte oordeelt.


Tenslotte:
Wat ik nog mis en wens in ons procesrecht, is meer aandacht voor waar het bij mensen vooral om draait in moeilijke situaties, waarin het gevoel overheerst dat onrecht is aangedaan.
Dat is aandacht voor, erkenning van en omgang met enerzijds de pijn, die een gevolg is van de schending c.q. aantasting van de persoonlijke integriteit, vrijheid, veiligheid, rust en noem maar op en anderzijds de behoefte aan heling, vergoeding, compensatie is er nauwelijks.

Rechters kunnen daar vaak niks mee omdat ons rechtssysteem hen daarvoor niet de middelen geeft, ze daarvoor niet zijn opgeleid en de meeste rechters daarin ook geen kennis en ervaring hebben opgedaan. In ons strafrecht heeft het slachtoffer wel een beperkt spreekrecht gekregen, maar de wijze waarop dat in de praktijk werkt, geeft nog weinig voldoening, naar ik begrijp. Een echte dialoog komt er op een openbare strafzitting niet van.

In ons civiele recht komt een dialoog daarover nauwelijks tot stand. Dat is erg jammer, want daarmee wordt m.i. een mooie kans gemist, nl. de kans om enerzijds het slachtoffer en anderzijds de dader van onrecht echt naar elkaar te laten luisteren en inzien wat de impact was en is. En mee te laten bepalen hoe het verder moet.

Als die dialoog – goed begeleid – op gang komt, weet ik zeker dat het helingsproces, dat van zo groot belang is, op gang kan komen en de behoefte aan een uitspraak van de rechter veel minder wordt. Die behoefte zal er wel altijd blijven, maar het kan beter!